PULLSE

Thematisch (project)onderwijs

Thematisch en projectonderwijs maakt het leren betekenisvol en sluit aan bij de wereld die leerlingen nu en later tegenkomen. Door een thema te bevragen, verbreden en verdiepen leren leerlingen hoe ze grip kunnen krijgen op de wereld om hen heen. Daarnaast worden vakken in de context van het dagelijks leven aangeboden en leren leerlingen hoe schoolvakken onderling samenhangen. Ook is er meer ruimte voor vaardigheden, interactie en eigen inbreng van leerlingen.

Hoewel veel basisscholen thematisch werken, is het niet eenvoudig om bovenstaande doelen daadwerkelijk te realiseren. Hoe leer je leerlingen bijvoorbeeld om (goede) vragen te stellen bij een thema? En hoe zorg je ervoor dat leerlingen niet alleen leuke activiteiten uitvoeren, maar een thema ook inhoudelijk verbreden en verdiepen? Hoe kun je leerlingen helpen om de kern van de vakken te herkennen en samenhang in leerstof te zien?

Bij een nieuw thema of onderwerp kan een leraar “brillen als blikopeners” gebruiken, waarbij leerlingen worden gestimuleerd om vragen te bedenken vanuit de verschillende brillen. Dit helpt leerlingen om vanuit verschillende invalshoeken naar een onderwerp te leren kijken. Met de brillen en de bijbehorende vragen worden leerlingen op weg geholpen bij het formuleren van hun eigen vragen. Omdat de brillen aansluiten bij het curriculum, helpt het leerlingen ook om de relatie te zien tussen de wereld en de schoolvakken.

Er zijn verschillende manieren hoe je perspectieven kunt gebruiken bij het ontwerpen van thematisch onderwijs. Perspectieven kunnen zowel docentgestuurd als leerlinggestuurd ingezet worden. Wanneer een leraar of lerarenteam met perspectieven zelf onderwijs wil ontwerpen bij een thema wordt gestart met het kiezen van verschillende perspectieven die relevant zijn bij het thema. Over het algemeen kan een thema vanuit veel verschillende invalshoeken bevraagd worden, en de keuze van perspectieven heel divers zijn, maar 3-5 perspectieven zijn meestal voldoende een onderwijsproject.